Ergernis: roltrappen

Oh wow, ik ben vet emo geworden. Alweer zo’n negatief onderwerp. Yuck. Waar is m’n eye-liner? Maar goed, wederom een ergernis. Eentje waarvan ik hoop dat heel Nederland hem leest.

Roltrappen zijn wonderlijke uitvindingen. In plaats van een berg aan traptredes te moeten beklimmen, kan je tegenwoordig jezelf gewoon neerzetten op een trede en vervolgens volautomatisch aan het andere uiteinde geraken. En mocht je wat haast hebben, dan kan je alsnog blijven traplopen waardoor je nóg sneller boven bent. Of beneden, afhankelijk van waar je heen wilt natuurlijk. Nou is net dat hetgeen mij ergert.

Want nee, ik verwelkom roltrappen. Van mij mogen er overal roltrappen komen. Wat er wel veranderd moet worden is de attitude die men heeft wanneer ze het genot ontvangt op zo’n ding te kunnen staan. Je zou voor de gein eens naar het Verenigd Koninkrijk moeten gaan, en observeren hoe het er daar aan toe gaat. Vervolgens kom je terug in Nederland, en verbaas je je er over waarom het hier niet kan.

De regel is heel simpel. Knoop deze goed in je oren, en volg het. Rechts staan, links gaan. Op een roltrap is ruimte voor twee mensen naast elkaar (extreme uitzonderingen daargelaten, zonder namen te noemen). Dit houdt in dat er twee rijen gevormd kunnen worden. Een rij met mensen die alle tijd van de wereld hebben, en gemakshalve op de roltrap staan, en een andere rij met mensen die haast hebben, en de bewegende trap gebruiken om sneller op de plek van bestemming te komen. Op deze manier zijn we heel sociaal bezig, belemmeren we niemand, en hoeven alleen de sportievelingen de echte trap te gebruiken. Maar nee, er moeten er altijd wel een aantal dwarsliggers zijn die links stil gaan staan. Of met z’n tweeën naast elkaar stil gaan staan. Of gewoon in het midden gaan staan, en hun zware tassen naast hun zetten. Neem mijn woordje van advies aan, en PLEUR OP.

Ik begin het steeds meer zat te worden dat de snelste manier om boven te komen niets van doen heeft met deze magische zelfbewegende trap, maar ik daarvoor telkens weer moet terugvallen op de ouderwetse bewegingsloze variant. Daarvoor zijn die dingen niet uitgevonden.

Dus vertel het door aan iedereen die je kent; rechts staan, links gaan. Berijd je de roltrap met iemand die links staat, wijs hem of haar hier dan op. Als je twee keer hierop gelet hebt, gaat het vanzelf. Iemand die dat kan beamen ben ik zelf; als ik nu noodgedwongen aan de linkerkant stil sta, omdat er weer iemand besluit níet door te lopen, dan voel ik me ongemakkelijk. Het is dan alsof ik andere mensen in de weg sta, terwijl het niet eens mijn schuld is.

Een tijd terug was er een ‘actie’ op touw gezet om op stations duidelijk te maken dat je rechts staat, en links loopt. Helaas zijn ze daar alweer mee gestopt. Jammer, want het werkt echt. Kijk maar naar de grote roltrappen die je 200 meter hoger brengen, en toevallig liggen in New York of Londen. Daar loopt niemand elkaar in de weg. In ieder geval niet op de roltrappen. Moet hier toch ook mogelijk zijn? Of is dat weer teveel gevraagd van de maatschappij?

Ergernis: vragen

Renate zit naast mij een blog te typen op haar LiveJournal, dus ik besluit ook maar eens mijn fans te begroeten met een vrijdagavondse blogpost! Is het leven niet geweldig?

Waar ik het vandaag over wil hebben, mijn lieve vriendjes en vriendinnetjes, is iets waar ik mij al een tijdje groen alsmede geel aan erger. Want jawel, ook ik heb soms iets waar ik niet vrolijk van word. Het gaat over vragen. En dan niet zo zeer de vragen zelf, maar het vragen om te mogen vragen.

Je kent het wel. Iemand komt op straat naar je toe en begint tegen je te spreken. “Mag ik U iets vragen?” Bij jezelf denk je dan, “Uh, nee, ik wil geen donateur worden voor het zoveelste goede doel,” dus reageer je, gestresst en in incorrect Nederlands, met “Nee, sorry, ik ben druk.” De persoon die jou aansprak probeert het bij iemand anders, en jij loopt door met de gedachte dat je weer wat verspilde minuten hebt ontweken.

Dat is precies het soort van vragen waar ik me aan erger. De vraag “Mag ik U iets vragen?” is de domste vraag die er bestaat. En zoals je waarschijnlijk vaak zat hebt gehoord, bestaan er geen domme vragen. Nou, bij deze verklaar ik de zojuist genoemde vraag als ‘s werelds enige domme vraag. Waarom zou je willen vragen of je iets mag vragen. Want terwijl je dat doet, dóe je het al. Als het niet mag, dan heb je het zojuist gedaan en mag je wat mij part een klap in je gezicht krijgen. Als het wel mag, heb je zojuist een vraag verspild.

In de echte wereld is zo’n vraag nog niet zo’n grote ramp. De vraag die gevraagd gaat worden na de bovenstaande vraag wordt direct vragend gevraagd na de eerste vraag (ja, die zin was vaag). Op het internet is dat soms ook het geval, maar meestal gaat het dan net iets anders.

Zo staat mijn Windows Live Messenger altijd aan, en ben ik altijd online op IRC. Wat mensen dan altijd weer presteren is om een privégesprek met me te beginnen, en dat doen met “Jimmy?”, of, erger, “Hey, mag ik je iets vragen?”. Het gebeurt wel eens dat ik eventjes niet achter mijn computer zit. Soms is dat een halve dag lang. Als ik dan weer terugkom zie ik een venstertje van iemand die inmiddels weer offline is, waarin blijkbaar 4 uur geleden iemand iets wilde vragen. Of zeggen. Wat datgeen dan is, zal ik waarschijnlijk nooit weten. Het is niet dat ik het nou zo graag wil weten, maar als je iets te zeggen of vragen hebt, DOE DAT DAN GEWOON METEEN. Ik lees alles toch wel terug, en als je er zeker van wilt zijn dat ik het bericht ontvang, stuur dan gewoon old fashioned via e-mail je zegje.

Dus alsjeblieft, stop met die berichtjes van “Jimmy?”, en zeg gewoon meteen wat je wilt zeggen. Het bespaart jou en mij een hele hoop moeite. Jij hoeft niet telkens te checken of ik er wel ben, en ik hoef niet telkens loze venstertjes te sluiten. Mijn dank is groot.